1251

Geloven in de Lage Landen

General

Subtitle: scharniermomenten in de geschiedenis van het christendom
Author: Peter Nissen
Editor:
Binding:
Purchase Date:
Purchase Price:

Publishing

Publisher: Davidsfonds/Leuven
Edition:
Copyright Year:
Publication Year: 2004
ISBN#: 90-5826-281-2
LCCN#:
Pages: 203
Translator:
Language: nl

Comments

In 2004 vierde het Thijmgenootschap, in 1904 gesticht onder de naam 'Vereniging tot het bevorderen van de beoefening der wetenschap onder katholieken in Nederlanl', zijn eerste eeuwfeest. In 2005 bestaat het Vlaamse Davidsfonds honderddertig jaar. Ter markering van deze jubilea zetten beide verenigingen, deels gezamenlijk, een feestprogramma op. Het boek Geloven in de Lage Landen is een tastbaar resultaat van die samenwerking. Onder redactie van de Nijmeegse hoogleraar in de kerkgeschiedenis Peter Nissen schreef een team van Nederlandse en Vlaamse historici, allen van katholieken huize, een beknopte ge schiedenis van het christelijk geloof in de Lage Landen.De begeleidende flaptekst en de inleiding van de redacteur laten de lezer in het ongewisse over wat hij precies moet verwachten. De eerste rept over 'een totaalbeeld van de religieuze geschiedenis', de tweede kondigt veel bescheidener een beschrijving aan van 'kernmomenten in de cultuurgeschiedenis van het christendom in de Lage Landen'. In de praktijk biedt het boek een beknopt overzicht van de kerkelijke geschiedenis van het Nederlandse taalgebied. In negentien meestal korte hoofdstukken schetsen tien verschillende auteurs, acht Vlamingen en twee Nederlanders, even zovele beelden van het christendom in de Lage Landen: van Servaas bisschop van Tongeren en Maastricht over middeleeuwse begijnen en zestiende-eeuwse beeldenstormers tot het geruchtmakende bezoek van Johannes Paulus II aan Nederland en België in 1985, het staat allemaal in dit boek en wel op een overzichtelijke en heldere wijze. De redacteur en de auteurs komt lof toe: eenieder heeft zijn bijdragen zorgvuldig opgebouwd en desgevallend is het hen gelukt zelfs de ingewikkeldste theologische problemen begrijpelijk te verwoorden. De zorgvuldig opgebouwde literatuurlijst achteraan in het boek biedt een houvast voor wie meer wil weten. De vele illustraties zijn prachtig weergegeven en stuk voor stuk goed uitgekozen: ze maken de tekst inzichtelijker.Maar deze recensent wil niet alleen met het wierookvat zwaaien. Het ontbreken van een register maakt het boek als naslagwerk feitelijk onbruikbaar. Zonder te willen afdingen op de keuze van de wel opgenomen 'kernmomenten' mist hij daarnaast bijvoorbeeld een adequate beschrijving van de zeventiende-eeuwse triomferende katholieke kerk in de Zuidelijke Nederlanden. Juist omdat die 'katholieke reformatie' met haar barokke kerken tot op de dag van vandaag het aanzicht van vele steden bepaalt en ze diepe sporen heeft nagelaten in de Vlaamse cultuur, volstaat de ene pagina die deze episode krijgt toegemeten niet. Over de diepe breuklijn die tijdens het Pastoraal Concilie van Noordwijkerhout (1968-'70) in de Nederlandse katholieke kerk ontstond, wordt zelfs met geen woord gerept. Deze omissie geeft de slothoofdstukken iets onbevredigends, ook al omdat een besluit met een terugblik op de strijd om de erfenis van het Tweede Vaticaans Concilie ontbreekt. Misschien is de tijd daar nog niet rijp voor?Overal waar mensen samenkomen ontstaan conflicten en scheuringen. Aan deze wetmatigheid ontsnappen ook kerken niet. Zoveel maken de hoofdstukken van Gian Ackermans en Peter Nissen over de confessionele pluriformiteit in de Republiek der Zeven Provinciën en dat van Mathijs Lamberigts over het jansenisme wel duidelijk. Hoewel Lamberigts' vertoog eerder leest als een requisitoir tegen zeventiende-eeuwse jezuïeten dan als een wetenschappelijk essay, behoort zijn stuk toch tot de fraaiste van het hele boek. Anders dan de meeste van zijn medeauteurs hakt Lamberigts de geschiedenis immers niet in mootjes zuid en noord. Wel beschrijft hij bondig hoe een in Leuvense universitaire kringen ontstane controverse uitliep op een splitsing in de Hollandse Zending en op het ontstaan van de Oud-katholieke Kerk. Op deze wijze toont hij overtuigend aan hoe nauw de verschillende Lage Landen ook na de formele scheiding van 1648 in cultureel en religieus opzicht met elkaar verbonden bleven.De afzonderlijke beschrijvingen van de ontwikkelingen in Vlaanderen en Nederland in vrijwel alle overige hoofdstukken van het boek versluieren echter het beeld op dat gemeenschappelijke verleden. Sterker nog, het terugprojecteren van de tegenwoordige staatkundige grenzen naar vroegere eeuwen leidt tot verwrongen beschrijvingen van historische fenomenen zoals bijvoorbeeld de vestiging van de bedelorden in de dertiende eeuw, de doorbraak van de moderne devotie honderd jaar later, de verspreiding van het humanisme aan het einde van de vijftiende en in de vroege zestiende eeuw en de opkomst van de reformatie enkele decennia later. Al deze religieuze en culturele vernieuwingsbewegingen uit de late middeleeuwen en de vroegmoderne tijd vonden hun voedingsbodem in de steden. Daar viel een wereld te winnen. De moderne devotie sprong van de IJsselsteden Zwolle en Deventer, waar ze was ontstaan, over naar Brabant, Vlaanderen, Holland en Zeeland, de kerngewesten van de oude Nederlanden rondom de delta van de grote rivieren. Ook het humanisme kende een vroege bloei in de vermaarde Latijnse scholen van de IJsselsteden. De overige genoemde bewegingen ontstonden in de maritieme kerngewesten en verspreidden zich van daaruit over de rest van de Nederlanden. In zijn prachtige opstel beschrijft Johan Decavele hoe de Habsburgse repressie tegen de hervormingsgezinden een van de voornaamste aanleidingen tot de Opstand vormde. Deze zou uiteindelijk de kerngewesten verdelen en resulteren in de scheiding der Nederlanden.Ook voor de recentere religieuze geschiedenis biedt zo'n geïntegreerde aanpak perspectieven. In de negentiende eeuw ontdekten bijvoorbeeld zowel de Belgische als de Nederlandse katholieke kerk, en dit tegen de in Rome heersende tendens in, dat een liberale staat hen kansen bood. Maar later in die eeuw zou de liberale overheid de kerken voor grote uitdagingen plaatsen. In beide landen bood de verzuiling uitkomst. Ten tijde van het Tweede Vaticaans Concilie ten slotte, liepen niet alleen de Belgische prelaten Suenens en De Smedt in de kijker, maar ook bisschop Bekkers van 's-Hertogenbosch.Mijn wens voor beide jubilerende verenigingen, onder dankzegging voor de nu reeds geleverde prestatie, is dan ook dat ze bij een volgende gelegenheid een werkelijk samenhangende kerkelijke geschiedenis van de Lage Landen zouden laten verschijnen. Aan een dergelijk overzichtswerk is zowel bij de geïnteresseerde leek als bij de specialist behoefte.Hans Cools.